WAAROM zijn kwasten met veel hars zachter dan kwasten met weinig of geen hars?

Je kent dat wel — Ruwe bolster, blanke pit. Stoere werkers met een klein hartje — bij bomen heb je soms ook zoiets. Prachtige rechte bomen en nog mooi cilindrisch ook.  Zou heel geschikt zijn voor (noem het maar op). Alleen die rotkwasten die de messen in onze vlak- en vandiktebanken keer op keer bramen bezorgen of (ik heb het een keer mee gemaakt) er een hele scherf uit slaan. Een scherf van staal, dus. Ooit gezien bij een houtbedrijf in Hasselt bij Zwolle, was niet echt leuk. Gelukkig heeft Moeder Natuur ook haar zachte kanten en die heeft ze aan mij getoond, lief he? Nou ja, niet alleen aan mij, aan iedereen die wil zien. Want er zijn ook — en dat is een bekend fenomeen — zachte kwasten.

Nu zegt Nelis (en hij kan het weten want die jongen dat was hij) dat ‘droge kwasten zoals in Abies en Picea altijd hard zijn, en bij Pinus en Cupressus, vol met hars, zacht. Dat blijken veel mensen te vinden: zachte kwasten zitten vol hars en droge niet. Op beide zijn uitzonderingen maar als vuistregel klopt het.

Zachte knoeten

Natuurlijk is het soms een raadsel waarom die kwasten per soort zo in hardheid verschillen, en voor dat raadsel ging ik me interesseren toen ik van mijn vriend Sifis (Grieks Iosif, in Nederland zou zo iemand Jos of Sjef heten) uit het naburige dorp een paar mooie stukken cipressenhout kocht… nou ja en neem die andere stukken maar gratis mee. Die ‘andere stukken’ zitten vol kwasten; bij het zagen van een aantal krukjes die worden gebruikt bij Zen meditatie kwam aan het licht hoe zacht die kwasten zijn. En supervet (in alle betekenissen van het woord). Volumieke massa ruim meer dan 1 want ze zinken als een tierelier. Aanleiding voor me om in brede kring rond te gaan vragen waarom sommige kwasten zo hard en andere zo zacht zijn. Ligt het aan reactiehout, aan de grote hoeveelheid hars, aan de spanning op de vrijwel horizontaal staande takken? De aard van het boompje? Allemaal mogelijk en diverse mensen die heel veel verstand van hout hebben, hebben al gereageerd. Maar nog steeds resteren enkele vragen:
— WAAROM zijn kwasten met veel hars zachter dan kwasten met weinig of geen hars, lossen stoffen die het hout hard maken in de hars op?
— WAT is het voordeel voor de boom om hout dat eerder hard was (als je de takken zaagt is het kernhout daarin hard) weer zacht te maken? Wellicht weegt de schimmel- insecten- en bacteriewerende hars op tegen hard hout, of is dat ook een foute aanname? Jammer dat ik geen lid meer mag zijn, anders zou ik, wanneer ik eens op een houtstudiedag zou komen, dit probleem graag ter bespreking voorleggen. Als je een idee hebt, laat je het dan weten? Dan krijgen we wellicht een heel interessante discussie. En ja zoals de titel belooft, er is een vooralsnog beperkt aantal monsters met grote (5-10 cm) zachte kwasten beschikbaar… Interesse, meld je dan via dit podium! En als je iets te melden hebt over niet genoemd hout zoals Juniperus en Thuja, Taxodium, Sequoia(dendron) of Chamaecyparis, doe het dan.

© copyright
Categorieën: Houtnieuws

1 reactie

Nelis Mourik · 26 februari 2018 op 22:49

Om mijn betoog te beginnen: er zijn harsrijke naaldhoutsoorten (Cupressaceae, Pinus) en niet-harsrijke naaldhoutsoorten (Abies, Picea, Araucaria).
Ik wil hiermee zeggen dat je nooit een vette kwast zult aantreffen in soorten van de laatstgenoemde geslachten. Deze soorten zijn dan ook heel weinig duurzaam.

Wat ik me kan voorstellen is dat een harsrijke naaldhoutsoort een opeenhoping van hars produceert daar waar de tak aan de stam zit.
We komen tegenwoordig steeds meer te weten over de ‘slimmigheid’ van planten en één daarvan is dat die boom ook wel ‘weet’ dat zijn tak tijdens een storm of onder een sneeuwlast bij de stam kan afbreken. Hij kan dan een enorm gapende wond hebben waarin schimmels of insecten zo naar binnen kunnen om hem aan te tasten. Heeft hij daar al een grote hoeveelheid hars aangemaakt dan kun je dat zien als een preventieve maatregel. Kijk maar in het bos bij takwonden aan een grove den: druppels hars lopen naar beneden.
Pech voor Abies, want die kan dat niet. Maar, denkt Abies, ik kan wel enorm harde kwasten maken. Dat is ook een belemmering voor veel organismen om naar binnen te gaan. Dus toch ook een preventieve maatregel.
Twee schijnbaar tegenstrijdige eigenschappen hebben zodoende toch een gemeenschappelijk doel: voorkoming van aantasting na beschadiging.

In ‘Holzfehler’ van Knuchel lees ik dat de natuurlijke takafval (Astung) bij loofhoutsoorten dichter bij de stam plaatsvindt dan bij naaldhoutsoorten. En dat bij loofhoutsoorten als gevolg daarvan de overgroeiing sneller plaatsvindt. Hij gaat daarna verder in op de bosbouw aspecten hiervan.
Je kunt hieruit concluderen dat het bij naaldhout belangrijker is dan bij loofhout dat de boom een mechanisme ontwikkelt om aantasting van de wond te voorkomen, omdat het (veel) langer duurt voordat hij overgroeid is.
Heb je de takkwasten in de stam van een Araucaria wel eens gezien? Ook knijter-hard! En ook harsvrij hout! Wel, evenals bij soorten van het geslacht Abies overigens, veel hars in de bast, waardoor de wond enigszins bedekt wordt met hars. Ik zie het steeds meer als een natuurlijk verweer van de boom tegen aantasting door schimmels, enz. met de middelen die de boom ter beschikking heeft.

Wie hiervan iets kan weerleggen of aan toe kan voegen wordt van harte uitgenodigd dat te doen.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Maximale bestandsgrootte van upload: 1 GB. Je kunt uploaden: afbeelding, audio, video, document, spreadsheet, Interactief, tekst, archief, code, andere. Links naar YouTube, Facebook, Twitter en andere diensten die in de reactietekst worden ingevoegd, worden automatisch ingesloten. Bestand hier neerzetten