Hierbij een artikel waarin een project wordt beschreven waarbij ik direct betrokken was ten aanzien van mijn werk als Orgelmaker. Het begint met een schrijnend verhaal dat niet alleen over hout gaat…..
Foto’s en tekst © Nelis Mourik
Geschiedenis
Het is 1991. De spanning tussen Serviërs en Kroaten in voormalig Joegoslavië escaleert naar een burgeroorlog en verwoest de Oost-Kroatische stad Vukovar, zo prachtig gelegen langs de Donau. Bijna alles wordt vernietigd: industrie, openbare voorzieningen, monumenten, overheidsgebouwen, het ziekenhuis, woningen, kerken.
Mensenlevens … Oorlog is verschrikkelijk, zinloos en vaak zonder winnaars aan beide zijden.
Zo werden ook het Franciscaner klooster en de kerk van St. Filippus en Jacobus ernstig beschadigd. Het had weken onder Servisch mortiervuur gelegen en men zegt dat meer dan 3000 granaten alleen al op de kerk waren afgevuurd.
Dit gebedshuis werd oorspronkelijk in 1732 gebouwd als eenbeukige kerk in barokstijl. In 1895 werd het uitgebreid tot een driebeukig neoklassiek complex onder leiding van de Weense architect Richard Jordan. Later, in 1911, werd het interieur rijkelijk versierd door twee Italiaanse kunstschilders. Met een lengte van 58 meter was het een van de langste kerken van Kroatië.
Er wordt verondersteld dat al in 1732 al een orgel in deze kerk aanwezig was, omdat er in documenten wordt vermeld dat het koor samen met orgel zong tijdens de inzegening in dat jaar. Of het een eenvoudig klein pijporgel is geweest of een ‘organino’ (de voorloper van het harmonium) is niet bekend.
Het bewijs van het eerste ‘echte’ pijporgel dateert uit 1749 of 1755. Niets is bekend over dit instrument, maar vanaf die tijd gaven beroemde organisten regelmatig concerten. Deze vermelding is voldoende bewijs voor het bestaan ervan. Vanzelfsprekend had dit orgel mechanische tractuur.
Een tweede pijporgel dateert uit 1824. Helaas, ook over dit instrument zijn bijna geen gegevens beschikbaar, behalve dat het 20 registers telde en dat het werd gebouwd door de Kroatische Franciscaner Broeders Simon Sangl en Ignatius Lehner. Op dat moment was dit orgel een van de meest waardevolle instrumenten in de Kroatische kerken van de Franciscaner Orde. Ook dit orgel was mechanisch, de enige methode van orgelbouw op dat moment.
In 1939 werd een nieuw orgel gebouwd als een uitbreiding van het vorige, waarbij gebruik werd gemaakt van een deel van het oude orgel als Rugwerk (een kleiner orgel vóór het hoofdinstrument, maar meestal áchter de rug van de organist) en waarbij een nieuwe Hoofdwerkkas werd gebouwd. Deze kas werd in de lokale stijl van die tijd ontworpen en dieper op de koorzolder geplaatst. Het had in totaal 33 registers over drie Manualen en Pedaal, en werd gebouwd door de Sloveense orgelbouwer Franc Jenko uit Ljubljana. De drieklaviers speeltafel was tussen de twee orgelkassen geplaatst. Het had een volledige pneumatische tractuur, waarbij de originele mechanische lade van het Rugwerk volledig moet zijn gepneumatiseerd. Dit project kon worden gerealiseerd door een donatie van een welgestelde mevrouw.
In de oorlog van 1991 en later tijdens de bezetting van de stad werd dit orgel ernstig beschadigd, bijna vernietigd, samen met het gehele complex van klooster en kerk. Slechts enkele metalen orgelpijpjes werden teruggevonden tussen de rommel van stof, houtsnippers en de restanten van wat oorspronkelijk het Rugwerk was! Nagenoeg alles was geplunderd en wat enigszins waarde had was meegenomen.
In 1998 keerde de stad Vukovar terug onder Kroatisch bestuur. Vanaf dat jaar zijn het klooster en de kerk grondig gerestaureerd en gerenoveerd. Te beginnen met de buitenkant en daarna het interieur duurde dit project tot oktober 2013, toen een grote herinwijding plaatsvond. Hiermee was het gehele complex voltooid en waren alle restauratiewerkzaamheden afgerond.
Een deel van deze werkzaamheden omvatte sinds 2004 het plaatsen van twee orgels, een klein tijdelijk orgel in 2004, dat vervangen werd door een groot hoofdorgel in 2012-2013. Fondsen voor de algehele restauratie werden verstrekt door de Kroatische regering, alsmede door meerdere weldoeners en liefdadigheidsinstellingen, zowel in Kroatië als daarbuiten, waaronder Duitsland.
Het tijdelijke orgel
Het tijdelijke orgel, dat in 2004 werd geplaatst, was een donatie van een Nederlandse protestantse kerk in Axel, Zeeuws Vlaanderen, die haar deuren moest sluiten. Fondsen om dit orgel over te plaatsen kwamen uit het Kroatische Culturele Genootschap in Zwitserland. Dit kleine orgel was jaren lang in onderheod geweest bij ons bedrijf in Nederland, in de jaren `60 – `80. Het had 12 registers en elektropneumatische tractuur. In de kerk van Vukovar werd het boven de ingang van de sacristie geplaatst, omdat men wist dat het tijdelijk was, namelijk totdat het hoofdorgel zou zijn geplaatst.
Dit tijdelijke orgel was in gebruik tot kort voor het Kerstfeest van 2012, toen het nieuwe Hoofdorgel voor het eerst bespeelbaar was. Het tijdelijke orgel werd begin 2013 door een Kroatisch orgelbouwbedrijf weer uit de kerk verwijderd.
Het Hoofdorgel
Het was een lange zoektocht naar een geschikt orgel dat kon dienen als nieuw hoofdorgel. Omdat er zoveel kerken in Nederland tegenwoordig hun deuren sluiten, zou er zonder twijfel ergens een moeten zijn. Natuurlijk moest het een orgel zijn in een kerk die niet meer werd gebruikt, en daarmee direct beschikbaar was. Toch moest het voldoen aan een aantal voorwaarden, zoals niet te klein, niet te groot, elektrische tractuur (overbrenging van speeltafel naar orgel), een stijl naar de wensen en behoeften van de kerk, enzovoort. In zo’n geval zijn persoonlijke contacten in de orgelwereld bijzonder belangrijk. Specialisten zoals organisten en orgeladviseurs kunnen je op weg helpen naar een geschikt instrument. Zo werd een orgel gevonden in een Rooms-Katholieke Kerk in Amsterdam, die bijna tien jaar niet meer in gebruik was. Een voordeel van een dergelijke situatie is dat het direct na toestemming van het Parochiebestuur beschikbaar is. Een nadeel is dat een orgel nauwelijks meer bespeelbaar is als het 10 jaar heeft stilgestaan. ‘Stilstand is achteruitgang’ is een belangrijke wet in de orgelbouw. Toch was dit orgel perfect geschikt voor aanpassing aan zijn toekomstige bestemming.
Ook dit orgel werd gedoneerd. In dit geval door de Rooms-Katholieke parochie en het Bisdom.
Een belangrijke instantie bij de realisatie van dit project was de Kroatische Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed. Hun voorschrift was dat het front van het nieuwe orgel identiek moest zijn aan het originele ontwerp van 1824/1939, met inbegrip van de balustrade uit 1824. Desgewenst was het toegestaan om dit nieuwe orgelfront aan weerszijden uit te breiden in een passende stijl, vergelijkbaar aan het oorspronkelijke ontwerp, maar eenvoudiger. Men schreef voor dat het nieuwe front identiek moest zijn aan de situatie van voor de oorlog, want dit was besloten voor bijna het gehele kerkinterieur. Een eventuele verbreding van het orgel moest echter ook eenvoudiger zijn, zodat het verschil in bouwperiode zichtbaar zou zijn.
Dit was een nogal belangrijk voorschrift, hoewel het niet veel gevolgen zou hebben voor het binnenwerk van het orgel. Het betreft immers alleen het frontaanzicht.
Een voorwaarde die door het kerkbestuur van Vukovar werd gesteld, was dat het orgel ook beneden in de kerk bespeelbaar moest zijn vanaf de plaats waar het koor zingt. Dat is voorin de kerk, 40 m vanaf het orgelbalkon. Het betekende dat er een tweede drieklaviers speeltafel nodig was om hetzij boven, hetzij beneden als extra speeltafel neer te zetten, omdat het orgel van Amsterdam slechts één speeltafel had. In ons bedrijf was nog een fraaie drieklaviers speeltafel op voorraad, en besloten werd om die beneden voorin de kerk te plaatsen. Wel moest het interieur van deze speeltafel geheel worden aangepast aan de nieuwe functie. En er moest een kabel van het orgel naar de speeltafel beneden worden gelegd. Twee bijna 100 m lange kabels, van 150 aders elk, zijn in het gips op de pilaren en in de muren weggewerkt, en over het stenen gewelf. Er waren ook aanpassingen nodig in het orgel zelf: het moest door de twee speeltafels afzonderlijk kunnen worden bespeeld, en het orgel moest worden uitgebreid met twee extra hoogste tonen, want de klavieren in de nieuwe speeltafel beneden hadden 58 in plaats van 56 toetsen.
Het orgel uit Amsterdam is in 1949-1950 gebouwd door een gerenommeerde Nederlandse orgelbouwer, met drie manualen (56 toetsen) en pedaal (30 toetsen), Hoofdwerk (9 registers), Zwelwerk (10 registers), Positief (7 registers) en Pedaal (7 registers). Het is een zogenaamd romantisch orgel, met elektrische tractuur, elk manuaal met twee sleepladen, het pedaal met meerdere kegelladen. Alle laden worden met zogenaamde wipmagneten bediend, de elektrische voeding is 14 Volt DC.
Voordat dit orgel overgeplaatst zou worden naar zijn nieuwe bestemming was het duidelijk dat het een grondige restauratie moest ondergaan. Zo werd de volledige laagspanningsinstallatie in het orgel vernieuwd door de 60 jaar oude kabels, de vuile en versleten contacten en de roestige magneten volledig te vervangen. Alle windladen ondergingen een volledige revisie en werden gecontroleerd op lekkage. Voor het Positief bouwden we echter één nieuwe sleeplade in plaats van de twee oorspronkelijke laden, korter in de lengte, omdat de twee oorspronkelijke laden samen niet zouden passen in de kleinere, nog te reconstrueren Rugwerkkas. Het voordeel van deze nieuwe lade was dat het mogelijk was om nog twee extra registers op deze windlade te plaatsen én meteen uit te breiden met de extra twee hoogste tonen.
Orgelkas
De nieuwe en deels gerestaureerde orgelkas is gebouwd door een lokaal timmerbedrijf in Kroatië. Ons bedrijf, en de Kroatische Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed hebben voor de tekeningen hiervoor gezorgd.
Het front en de kroonlijsten van de historische Rugwerkkas uit 1824 is een volledige reconstructie, voor een groot deel nagebouwd met behulp van een aantal oude foto’s, en met de originele afmetingen, nog steeds beschikbaar in het orgelbalkon. De breedte was 2 meter. Ze maakten het van foutvrij, plaatselijk gegroeid vuren.
De oorspronkelijke console onder de Rugwerkkas kon worden hergebruikt. Het is het enige originele onderdeel uit 1824. Andere details zoals diepte en achterwand van de Rugwerkkas waren naar vrije keuze, zoals die nodig zou zijn voor de nieuwe situatie. Ook is het balustradehek door een Kroatisch timmerbedrijf gereconstrueerd uit oude foto’s.
De originele 4 m brede voorzijde van de Hoofdwerkkas uit 1939 was niet heel erg beschadigd tijdens de oorlog en de bezetting. Het kon worden hergebruikt na enige restauratie en aanvulling van ontbrekende onderdelen. Deze voorzijde is aan beide zijden met 2 meter verbreed, zodat we het complete 8 meter brede orgel-interieur van Hoofdwerk en Zwelwerk (13,14 en 24 op de achterkant) er achter kwijt konden.
Zijwanden en achterwand van de grote orgelkas werden opnieuw gebouwd naar vrije keuze. Ook dit werd door het Kroatische timmerbedrijf voornamelijk gebouwd uit vuren, samen met eiken en eiken-gefineerd plaatmateriaal.
Windladen
Zoals eerder beschreven heeft dit orgel sleepladen. Onder andere modernere systemen (kegelladen, membraanladen, enz.) blijft de sleeplade altijd het meest betrouwbare, evenals het meest compacte type windlade. (De sleeplade is het resultaat van een eeuwenlange ontwikkeling!)
De registerbediening in het Zwelwerk en het Hoofdwerk wordt verzorgd door kleine registerbalgen aan beide zijden van de windladen, die de slepen heen en weer drukken bij het openen en sluiten van de registers. Deze registerbalgen worden aangestuurd door een elektro-pneumatisch systeem, dat door de organist bij de speeltafel wordt aan- en uitgeschakeld door middel van speciale registerschakelaars.
Dit verre van het moderne register-bedieningssysteem was onderdeel van het Amsterdamse orgel en het is intact gelaten in de nieuwe situatie. De reden is dat nog niet zo lang geleden, zo rond 1990, het orgel in Amsterdam een grote onderhoudsbeurt onderging en dat dit register-bedieningssysteem volledig werd hersteld door onder meer het leer van de registerbalgen volledig te vernieuwen. Daarom was het te billijken om dit ouderwetse systeem hier te handhaven. Bovendien werden wel tijdens deze laatste restauratie nieuwe wipmagneten met hun bekabeling op de elektro-pneumatische apparaten gemonteerd.
Een heel ander verhaal is de nieuwe lade in de Rugwerkkas. Hier hebben we elektronisch gestuurde sleepmotoren gebruikt voor de register-bediening, speciaal ontworpen voor dit doel. Er wordt maar één sleepmotor per register gemonteerd die de sleep naar binnen duwt of naar buiten trekt, afhankelijk van wat gewenst is.
De originele sleepladen zijn gemaakt van Khaya mahonie. De nieuwe lade in de Rugwerkkas is gemaakt van Europees eiken.
Het speelmechaniek is een vergelijkbaar elektro-pneumatisch systeem waarbij alle toonbalgjes van het Zwelwerk en het Hoofdwerk zich bevinden in een afgescheiden compartiment onder druk, onder de ventielkast. Als de druk in zo’n smal toonbalgje wegvalt, wordt zo’n balgje door z’n omgevingsdruk ingedrukt, waardoor het ventiel in de windkast, waarmee ze zijn verbonden, open getrokken wordt. Ook dit systeem wordt geactiveerd door wipmagneten die worden in- en uitgeschakeld door contacten onder de toetsen van de manualen. In de nieuwe lade in de Rugwerkkas worden de kleppen rechtstreeks getrokken door zgn. ventieltrekmagneten. Voor de twee extra hoogste tonen in de speeltafel beneden werden twee kleine, twee-tonige windlaadjes gemaakt. Eén voor het Zwelwerk en één voor het Hoofdwerk. De nieuwe lade in de Rugwerkkas werd meteen twee tonen ‘langer’ gemaakt.
De transistor als schakelaar
Het voordeel van de ventieltrekmagneten in het Rugwerk is dat er geen storingsgevoelige pneumatische systemen meer aanwezig zijn. Een nadeel is dat deze zware magneten een behoorlijk hoge stroom trekken. Dit wordt opgelost door een zogenaamde contactloze schakeling dicht bij de magneten, waarbij de transistor als schakelaar wordt gebruikt.
Transistoren hebben een ingangsstroom nodig die slechts circa 1% van hun uitgangsstroom bedraagt. Dit voorkomt inbranden van de toets- en registercontacten in de speeltafel en vermindert spanningsverlies over lange kabels. Daarnaast heeft zo’n contactloze schakeling, indien hij goed gedimensioneerd is, een gegarandeerd storingsvrije werking van jaren.
Intonatie en stemming
Nadat een orgel is gebouwd, moeten alle pijpen worden geplaatst en moet van elke pijp individueel de klank worden gecontroleerd. Klankkleur en volume, maar ook ‘aanspraak’ en ‘afspraak’ zijn belangrijk bij elke afzonderlijke orgelpijp en deze moeten gelijk zijn over het gehele register waar ze deel van uit maken. De kunst van het beoordelen en aanpassen van de klank heet intoneren.
Voordat aan de intonatie van een register wordt begonnen moet het ruwweg op stemming staan. Nadat de intonatie van alle registers is nagelopen, vindt de eindstemming plaats. Echter, het werk aan intonatie en stemming heeft langer geduurd dan het opbouwen van dit gehele instrument!
5 reacties
Willem · 25 december 2017 op 18:22
Prachtig artikel, je had anders nooit gedacht dat er in ex Joegoslavie kloosters staan… en het geeft ook een idee van wat er zoal komt kijken bij het herstel van zo’n orgel.
Piet Voermans · 26 december 2017 op 00:03
Heel interessant verhaal, wel wat technisch als je niets van orgels weet. Wat zit er ook veel mooi houtwerk in verwerkt,
Niet alleen het oor maar ook het oog wil gestreeld worden.
Ik zou het graag willen zien en horen in een volle kerk bij een Kerst nachtdienst.
Ook mooi dat dat de verschillende kerken hier elkaar hebben kunnen vinden om het klooster te helpen, na al de oorlogsjaren.
Uit de laatste foto zou je kunnen afleiden dat op dit werk gods zegen rust.
Piet
Nelis Mourik · 29 december 2017 op 10:25
Ja Piet, jij schrijft het, ik heb het zo ook ervaren. Toen ik ‘s morgens van het gastenverblijf, waar wij onze kamers hadden, langs de Donau naar de kerk liep, en plotseling die enorme regenboog zag ontstaan, moest ik daar ook aan denken. (Voor wie niet begrijpen waar wij het nu over hebben, lees Genesis 9.) Het was ongeveer 1½ week vóór de herinzegening van het gehele complex. Komt nog bij dat de zon zojuist was opgekomen boven Servisch grondgebied, maar een belofte neerzet in Kroatië. Het is wel eens anders geweest, getuige het schilderij op de eerste afbeelding hierboven getiteld ‘Vukovar 1991’.
Mooi dat dit jou ook opvalt!
Nelis
Hans Vos · 1 februari 2018 op 00:45
Vanaf mijn 7e heb ik als koorzanger in de Amsterdamse Chasséstraat, gedurende een periode van meer dan 30 jaar, vele uren doorgebracht in de onmiddellijke nabijheid van dit instrument.
Goed te zien dat dit orgel weer een goede bestemming heeft gekregen.
Nelis Mourik · 1 februari 2018 op 20:15
Dag Hans, het doet mij goed deze reactie te lezen. Gelukkig zijn er nog mensen die het aan het hart gaat dat hun kerk sluit en dat alles wat daarin aanwezig was en wat daarin gebeurde slechts herinnering wordt. Zo ook met dit orgel, maar toch niet helemaal. Het is weliswaar niet meer herkenbaar, maar alles wat gebruikt kon worden is achter het nieuwe front weer opgesteld. Het is zelfs met enkele stemmen uitgebreid. Ik heb er meer dan een jaar aan gewerkt, waarvan uiteindelijk 5x een periode van 2 weken in de kloosterkerk in Vukovar. Naar mijn idee heeft dit orgel er een ereplaats gekregen. Het is een schitterend instrument in een schitterende kerk! En het klinkt er zeker zo goed als in ‘de Chassé’.