In de loop der jaren hebben veel mensen mij om hulp gevraagd bij het determineren van een onbekende houtsoort. Meestal meldt zich iemand per e-mail met de vraag of men kan vertellen welke houtsoort het is. Veelal met maar één enkele foto als bijlage. Soms ook alleen een foto van het radiaal of tangentiaal oppervlak of gewoon van een stuk stamhout zonder vergroting.

Dan komt de teleurstelling als ik hen moet vertellen dat aan de hand van slechts één foto geen houtsoort bepaald kan worden, en wel om de volgende redenen:

  • Welk hout is dit?
    Foto: Raimund Aichbauer

    Hout is gewoon te verschillend, ook binnen één en dezelfde soort, om aan de hand van één enkele foto te kunnen beoordelen met welke houtsoort men te maken heeft.

  • Een zo groot mogelijk zuiver aangesneden kops oppervlak is wel het allerbelangrijkste om überhaupt een oordeel te kunnen vellen. Er zijn maar weinig mensen die een zuiver oppervlak kunnen aansnijden. Ondanks mijn jarenlange ervaring heb ook ik soms nog problemen om dit te realiseren. Een alternatief kan zijn, het kopse vlak tot zeer fijne korrel, tot wel P 2000 en meer, te schuren/polijsten. De Fransman Jean-Claude Cerre heeft daar schitterende resultaten mee behaald. Het opwerken van een geschikt oppervlak met deze methode is wel zeer tijdrovend. Voorbeelden van zowel de resultaten van Jean-Claude als ook van mij staan op InsideWood. Zie hiervoor ook: Jean-Claude  waar de methodes worden beschreven en links naar uitleg op YouTube zijn geplaatst.
  • Hout wat je niet zelf in handen hebt gehad, kan van alles zijn. In het beste geval, zou je

    Meegezonden monster met de vraag: welk hout is dit?
    Foto: Raimund Aichbauer

    kunnen zeggen, het lijkt wel enigszins op X of op Y. Maar zo’n uitspraak kan ook verkeerd begrepen worden en als gedetermineerd aangenomen worden. Zo’n uitspraak, die tot een misverstand leidde, heb ik in het verleden ook gemaakt, door te zeggen: dit hout heeft wel iets weg van mahonie. Een paar dagen later las ik, dat ik gezegd zou hebben, dat het mahonie is en zo’n misverstand wil ik voortaan uitsluiten.

  • Omdat er 3 vlakken nodig zijn (kops, radiaal en tangentiaal) om zoveel mogelijk van de verschillende kenmerken waar te kunnen nemen, is ook veel meer nodig dan alleen maar een foto.
  • Een foto kan hooguit bevestigen dat je vermoedens juist of onjuist zijn. Met vermoedens kun je hooguit in een bepaalde richting zoeken. Als je niet weet met welke houtsoort je te maken hebt, kan een foto misschien wel een soort uitsluiten, maar nooit een soort

    Een vraag over uit Oman afkomstig hout

    bevestigen. Hier zijn zowel de loepkenmerken als ook de microscopische eigenschappen voor nodig.

  • Het is ook niet mogelijk om een onbekende houtsoort te determineren, als de basiskennis ontbreekt, om de microscopische eigenschappen op de juiste wijze te interpreteren. Dus voldoende kennis van de houtanatomie is wel gewenst.
  • Vergelijkingsmateriaal is ook nodig om een bevestiging van het onderzoek te verkrijgen. Hiervoor is niet alleen InsideWood nodig, maar vooral ook boeken en een houtcollectie die voldoende soorten bevatten om het grootste deel van soorten die op de markt zijn af te dekken.
  • Discussies over welke species het mogelijk zouden kunnen zijn, of andere meningen die worden aangedragen, zijn niet alleen welkom maar zelfs gewenst. Een afwijkend resultaat kan voor iemand aanleiding zijn om nog eens goed naar zijn hout te kijken, om mogelijke andere opties niet uit te sluiten.

Wat kan gedetermineerd worden?

In principe kunnen alle 4.000 tot 5.000 loofhout- en naaldhoutsoorten die wereldwijd in de handel aanwezig zijn worden gedetermineerd. Andere soorten, die alleen regionaal of op zeer kleine schaal worden aangeboden zijn soms maar summier of helemaal niet beschreven. Is van een niet nader omschreven boom ook het uiterlijk bekend, zoals blad, bloem, vrucht, dan is het mogelijk via de beschrijving van het uiterlijk van de boom het geslacht en soms de soort te identificeren. Is verder niets over het hout bekend, dan kan hooguit het geslacht bepaald worden.
Alles hierbuiten wordt heel moeilijk of lukt helemaal niet, als er geen beschrijving te vinden is. Omdat van al de ‘andere soorten’ geen of maar een enkele of zeer beperkte beschrijving van de kenmerken te vinden is, komt men daarmee niet verder. Soms vindt men nog wat over rotan, manou, bamboe of de kokospalm, maar daar houdt het dan wel op.

Wat is nodig voor determinatie?

Voor een goede determinatie is behalve kennis van de anatomie, veel tijd, goede apparatuur en vooral geduld nodig.
Voor een onderzoek heeft iemand die voor iemand anders onderzoek verricht een aantal zaken minstens nodig: Minstens 1 houtmonster (liefst IWCS formaat) dit is het latere referentiestuk om een ruggespraak te houden, plus 1 blokje om alle vlakken te kunnen prepareren voor loep, stereomicroscoop en/of microscoop om het te onderzoeken materiaal zorgvuldig te kunnen beoordelen. Alles voorzien van een unieke en goed herkenbare beschrijving van elk monster voor verdere correspondentie.

Kopse, radiale en tangentiale houtvlakken en hun benaming

Alle gegevens die bekend zijn in de correspondentie aangeven, want die kunnen gewoonlijk zeer nuttig zijn. Het land van herkomst, een naam, een specifieke regio, onder welke naam het is aangeschaft, een houthandel, komt het uit een bos of een park, etc., al is het alleen maar om bij voorbaat iets te kunnen uitsluiten.
Het blokje zou bij voorkeur axiaal 3 cm lang en 1,5 – 2,5 cm dik en minimaal 5 cm breed moeten zijn. Het hout zou het liefst 3 of meer groeizones moeten bevatten. Het monster dient als referentie, om later eventuele een mogelijke identificatie te kunnen heroverwegen of om misverstanden uit de weg te ruimen. Het blokje dient voor alle mogelijke bewerkingen om het onderzoek te kunnen realiseren.

Gewoonlijk begint een determinatie bij het ontvangen van het materiaal, vaak is dat een postpakketje. Als men na het verzenden van een pakketje ook de “Track & Trace – code” doorgeeft, is dat zeer handig. Tijdens het uitpakken van het ontvangen materiaal moet het al direct goed geregistreerd worden om vergissingen te voorkomen.
Is het meer dan 1 monster of verwacht men nog vaker materiaal van dezelfde afzender, dan legt men gewoonlijk een eigen database hiervoor aan. Hierin staan de datum van ontvangst en alle gegevens (naam, nummer of merkteken) die meegeleverd worden inclusief alle op- of aanmerkingen die bij elk te determineren monster horen.

De eerste indruk is soms belangrijk!

Het nauwkeurig bepalen van lengte, breedte en dikte van een monster voor de gewichtsbepaling
Foto: Raimund Aichbauer

Zelf voeg ik in elk geval direct bij het uitpakken al mijn eerste indruk toe. Ik beschrijf wat ik zie, kleur, draadverloop, groeiringen, geur e.d., gewoon alles wat met het blote oog en oppervlakkig allemaal waargenomen kan worden. Gewoonlijk meet ik het “houtmonster” nauwkeurig met de schuifmaat op diverse plekken en bereken de gemiddelde L x B x H, weeg het en bereken het gewicht naar kg/m³. Ik noteer niet alleen de eigenschappen die  InsideWood aangeeft maar ook andere belangrijke kenmerken, die InsideWood niet beschrijft, maar voor verdere determinaties in boeken en tabellen wel belangrijk kunnen zijn. Pas dan begint het echte determinatiewerk.

Zonder hulpmiddelen

Een goed oordeel vellen over hout zonder hulpmiddelen is maar weinigen gegeven. Mensen die dagelijks met hout te maken hebben, kunnen veel soorten die veel gebruikt worden, zonder hulpmiddel bestemmen. Sommige houtkenners en medewerkers van onder anderen, de verschillende Fijnhouthandels in ons land, hebben de gave om zonder zich te verdiepen in de anatomie van het hout een groot aantal houtsoorten gewoon met het blote oog juist te bestemmen. Binnen onze zeer beperkte XYLOS groep is Henk Bakker zo’n man die mogelijk wel een paar honderd soorten op zicht goed kan bestemmen.
Het aantal houtsoorten dat men gewoonlijk met het blote oog kan herkennen blijft echter zeer beperkt en zal het identificeren met de handloep en zeker met de microscoop nooit kunnen evenaren. 

Het  splijten en aansnijden voor de handloep

Het radiaal en tangentiaal splijten van een blokje voor verdere bewerkingen. Op papier wordt alles genoteerd wat tijdens de bewerking ontdekt kan worden
Foto: Raimund Aichbauer

Het kopse vlak zuiver aansnijden, om alle kenmerken te kunnen ontdekken. Dat is ook nodig om het radiale en tangentiale vlak juist te kunnen bepalen
Foto: Raimund Aichbauer

De eerste stap is het aansnijden van het kopse vlak. Ook tijdens deze bewerking krijg je een bepaalde indruk. Het radiale- en tangentiale vlak wordt nu, met behulp van een beitel, voor verdere bewerking gespleten en verder voorbereid. Tijdens het aansnijden komt de handloep 10x of 20x in gebruik om te zien of elk vlak ook goed aangesneden is. Nu worden alle kenmerken die met de loep kunnen worden waargenomen genoteerd aan de hand van de “IAWA List of Microscopic Features” ongeacht of dat “Hardwood” of “Softwood” betreft. Met al deze eerste indrukken worden de kenmerken online in de InsideWood database ingevoerd. Deze eerste stap kan heel belangrijk zijn en het is zelfs niet ondenkbaar dat na invoer van deze eerste kenmerken er nog maar een zeer kleine groep mogelijke kandidaten overblijft.

Het verder diepergaande onderzoek

Zuiver geprepareerd blokje dat voor verdere bewerkingen voor het microscopisch onderzoek nodig is
Foto: Raimund Aichbauer

Aan de linkerzijde is het blokje radiaal zuiver langs een straal aangesneden. Bovenaan tangentiaal in een hoek van 90 graden op de straal.
Foto: Raimund Aichbauer

De tweede stap is de stereomicroscoop. Hiermee zie je alles veel beter en het geeft een rustiger beeld dan de handloep. Nu ga ik meten en tellen op het kopse vlak, omdat de stereomicroscoop is uitgerust met een micrometer in het oculair. Tevens kan ik indien nodig, vanaf nu ook foto’s maken met mijn HD-Light-camera en alles direct op het scherm volgen. Alle gegevens worden genoteerd en samen met de gegevens van de eerste stap in het InsideWood Menu geselecteerd. Hoewel het niet vaak voorkomt, is het mogelijk dat de uitkomst soms nog maar 1 resultaat toont. Dit zegt echter niet voldoende over de juistheid van het resultaat en vraagt nog om verder vergelijkend microscopisch onderzoek. Gewoonlijk resulteert een uitkomst tussen 5 en 20 mogelijkheden, maar soms zijn dat ook veel meer.

Een deel van een loepmicrometer voor het tellen van vaten en stralen
Foto: Raimund Aichbauer

Een deel van een loepmicrometer voor het meten
Foto: Raimund Aichbauer

De microscoop

De derde stap is de microscoop. Nu wordt het hout eerst verder geprepareerd voor de microscoop.

Zeer warrig blokje waar moeilijk een radiaal en tangentiaal vlak te verkrijgen is
Foto: Raimund Aichbauer

Heel belangrijk is dat na het splijten van het radiale en het tangentiale vlak, de vlakken nu ook zuiver aangesneden worden. Dat moet nauwgezet gebeuren, maar is soms moeilijk te realiseren. Kruisdraad, warrige draad en golvende draad werken vaak belemmerend t.a.v. het mes, waardoor soms een vlakke snede ook bijna onmogelijk gemaakt wordt. Ik heb geen laboratorium en geen microtoom, dus moet ik het met uit de hand gemaakte heel dunne schilfers doen, die in kokend water ontlucht worden. Deze schilfers worden op de objectdrager gelegd en gewoonlijk in een druppel water ingesloten onder het dekglaasje. Hiermee kan ik meestal 2-4 uur werken, voordat ze onbruikbaar worden. Dit is voornamelijk afhankelijk van de hoeveelheid lucht die ik uit het hout kan koken. Nu wordt gezocht naar die kenmerken die alleen met de microscoop ontdekt kunnen worden en aan de resultaten van het voorgaande onderzoek worden toegevoegd.

De computer

De vierde stap begint met vergelijkend onderzoek van de uitkomstenlijst van InsideWood, samen met de kenmerken die tijdens het onderzoek met de handloep en de stereomicroscoop zijn gevonden. Gezocht wordt over het algemeen naar microscopische kenmerken die met een van de uitkomsten overeenstemming hebben en alleen met de microscoop waargenomen kunnen worden. Komen de microscopische kenmerken overeen, dan kan ik ervan uitgegaan dat de uitkomst juist is. Verkrijg ik bij geen van de voorstellen van InsideWood voldoende overeenkomsten, dan is deze uitkomst niet bruikbaar en begint de determinatie weer van vooraf aan. Gewoonlijk zijn meerdere aanlopen nodig voordat je een bevredigend resultaat hebt verkregen. Parallel wordt ook gekeken naar beschrijvingen in boeken, tabellen en andere determinatielijsten om uiteindelijk tot een bevredigend resultaat te komen. Af en toe zijn de beschrijvingen in boeken zelfs beter dan in InsideWood.
Is een monster naar tevredenheid gedetermineerd, dan worden alle gegevens in de database opgenomen en het monster, indien mogelijk, vergeleken met de monsters uit mijn collectie. Ter afronding worden de gegevens aan de afzender bekend gemaakt.

Discussie

Na het informeren van de aanvrager is het mogelijk dat er verschil van mening over het resultaat is. Dit kan gebaseerd zijn op het anders interpreteren van een kenmerk, een misverstand of een verwisseling van een monster, of door het mogelijke ontbreken van voldoende kennis van de houtanatomie. Overigens wijzen de samenstellers van de door InsideWood gebruikte kenmerkenlijst van de IAWA er op dat niet elk kenmerk in ‘harde cijfers’ te vangen is. Die kenmerkenlijst wordt begeleid door een uitgebreid, mooi geïllustreerd document dat bij elk van de kenmerken uitleg en voorbeelden geeft, ook van soorten die het betreffende kenmerk hebben. Door dit document goed te bestuderen wordt helder hoe een kenmerk geïnterpreteerd hoort te worden, ook al blijven er altijd punten van discussie over — bij voorbeeld over of iets ‘vaak’ voorkomt, of niet.
Het is leuk om een discussie op gang te brengen, die het mogelijk maakt gezamenlijk tot het juiste resultaat te komen en elkaar te overtuigen. Op die manier kan je ook mogelijke meningsverschillen uit de weg ruimen. Mijn taak is dan, deze zo goed mogelijk onderbouwd te beoordelen en de juiste interpretatie mee te geven. Verschillende interpretatie van de houtanatomie geeft aanleiding tot meningsverschillen die een ander resultaat tot gevolg heeft.  De aanleiding hiervoor kan zijn dat kenmerken op verschillende manieren kunnen worden uitgelegd, of de kenmerken op verschillende plaatsen verschillend van elkaar zijn. Des te meer vind ik het leuk om discussies over de houtanatomie en het hout te voeren. Uit discussies kan men ook men veel leren. Is een houtsoort goed geïnterpreteerd en is deze uitkomst voor beiden tot tevredenheid opgelost geeft dit altijd een bevredigend gevoel.

Zie verder ook bij:
houtanatomie deel 1
houtanatomie deel 2 en
houtanatomie deel 3

© copyright

 

Categorieën: Studie

0 reacties

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Maximale bestandsgrootte van upload: 1 GB. Je kunt uploaden: afbeelding, audio, video, document, spreadsheet, Interactief, tekst, archief, code, andere. Links naar YouTube, Facebook, Twitter en andere diensten die in de reactietekst worden ingevoegd, worden automatisch ingesloten. Bestand hier neerzetten