Iets over plantennamen
Er zijn in principe vier systemen volgens welke een plant een officiële naam kan krijgen.
Systeem 1
1) volgens de ICNafp (International Code of Nomenclature of algae, fungi, and plants, vanaf 2012; daarvoor International Code of Botanical Nomenclature, vanaf 1952; daarvoor International Rules of Nomenclature, vanaf 1906; daarvoor Lois de la Nomenclature botanique, vanaf 1867). Zulke namen heten wetenschappelijke namen, of in de volksmond (maar minder correct) “Latijnse namen”.
De ICNafp kent rangen. Er is geen vast aantal rangen; elke taxonoom mag op elk ogenblik een nieuwe rang verzinnen. De bekendste rang is die van soort; een soort krijgt een naam van twee woorden: Carpinus betulus, Fagus sylvatica, Quercus petraea, etc.
Een andere bekende rang is die van geslacht (genus): deze krijgt een naam van één woord: Crataegus, Mespilus, Prunus, etc.
Er zijn ook rangen beneden die van soort, zoals ondersoort (subspecies), variëteit (varietas), ondervariëteit (subvarietas), vorm (forma), etc. Een plant met een rang onder die van soort krijgt een naam in drie delen: Malva sylvestris var. mauritiana.
De ICNafp dient voor wetenschappelijke namen, dus om wetenschappelijk erkende eenheden (groepen van planten) een naam te geven. Nu wil wetenschap nog wel eens van inzicht wisselen, en als dat gebeurt kan dit gevolgen hebben voor de naamgeving. Zo leidt samenvoegen van groepen tot het verdwijnen van een aantal namen. Het afsplitsen van nieuwe groepen leidt juist tot een behoefte aan méér namen. Ook kan het gebeuren dat een groep een andere rang krijgt; wat eerst als soort werd beschouwd wordt later opgevat als slechts een ondersoort, of andersom. Bij een verandering van rang blijft het laatste deel (van een twee- of driedelige naam) vaak behouden, maar niet altijd. Zo is er een soort Magnolia grandiflora die ooit wel beschouwd is als variëteit van Magnolia virginiana, en dan Magnolia virginiana var. foetida heette. Hetzelfde kan gebeuren als een plant naar een ander geslacht verplaatst wordt (wanneer Aningeria robusta verplaatst wordt naar Pouteria heet het Pouteria pierrei; er was al een Pouteria robusta).
Dat wetenschap nog wel eens van inzicht wil wisselen, kan een kwestie zijn van voortschrijdend inzicht: zo zijn er in Bagassa ooit twee soorten beschreven, maar na verloop van tijd bleek dat wat als Bagassa tiliifolia beschreven was een jeugdvorm was (met ander blad) van Bagassa guianensis, en niet een aparte soort. Maar soms vindt de ene groep wetenschappers het een, terwijl een andere groep iets anders vindt. Dit kan betekenen dat voorzichtigheid betracht hoort te worden met wat met een bepaalde naam bedoeld wordt. Een berucht voorbeeld is Allophylus; een wetenschapper uit Leiden heeft besloten dat dit geslacht maar één soort kent, te weten Allophylus cobbe, met daarbij de notatie dat andere wetenschappers zo’n tweehonderdvijftig soorten erkennen. Dit leidt ertoe dat wie kijkt in een database die onderhouden wordt vanuit Leiden zal zien dat Allophylus cobbe een heel grote verbreiding over de wereld heeft. Wie in een database kijkt die elders wordt onderhouden zal een veel kleiner verbreidingsgebied vinden. Dat hoeft dus geen fout te zijn, maar kan dus enkel een verschil van inzicht weergeven. Soms zijn zulke verschillen te herkennen aan de opgegeven ‘synoniemen’, dat wil zeggen, namen die door andere wetenschappers ook wel gebruikt zijn (terecht of ten onrechte) voor deze groep planten, of voor een deel van deze groep planten (het vermelden van synoniemen is veelal alleen zinnig als dat bekende namen zijn; volledige opsommingen kunnen soms heel lang zijn).
Een plant die een naam onder de ICNafp krijgt is veelal een plant die in het wild voorkomt, maar het mag ook een gekweekte plant zijn (een cultigen), zoals tarwe (Triticum aestivum). Soms is het niet bekend in hoeverre een plant uit het wild komt of gekweekt is: Malus domestica, Pyrus communis.
Voor alle planten die in het wild in Nederland of Vlaanderen voorkomen is voor elke wetenschappelijke naam een nederlandstalige evenknie (bilateraal, voor het Nederlands en het Vlaams hetzelfde). Bijvoorbeeld “Quercus robur” = “Zomereik”. Deze is bijvoorbeeld te vinden in de Heukels’ Flora van Nederland.
Systeem 2
2) Volgens de ICNCP (International Code of Nomenclature of Cultivated Plants). Deze kent drie rangen, maar deze zijn niet strikt hiërarchisch. De bekendste rang is die van cultivar; een cultivar krijgt een naam die bestaat uit een wetenschappelijke naam gevolgd door een cultivaraanduiding tussen enkele aanhalingstekens: Pyrus communis ‘Conference’.
Vroeger werd in dit soort namen “cv.” gebruikt (Pyrus communis cv. Doyenne du Comice), maar dat mag al lang niet meer. Een cultivar kan direct uit het wild komen of van gekweekte herkomst zijn; het criterium is dat de cultivar betrouwbaar vermeerderd kan worden, via een voorgeschreven methode (bijvoorbeeld door stekken, of door zaad). Een cultivar kan bestaan uit klonen, maar mag ook genetisch variabel zijn (dit wisselt van cultivar tot cultivar).
Een hogere rang is die van “Groep” (met hoofdletter, en in elke taal een eigen equivalent). Een Groep krijgt een naam die bestaat uit een wetenschappelijke naam gevolgd door een Groep-aanduiding (deze bevat altijd het woord “Groep”): Rhododendron boothii Mishmiense Groep. Vroeger heette dit een “cultivar-groep”, en nog eerder een “covarieteit”. Eén en dezelfde cultivar kan tot meerdere Groepen horen : een vroegbloeiende Groep, een witbloeiende Groep, een winterharde Groep, etc.
Een derde rang is die van de grex (voor orchideeën).
Zowel cultivars als Groepen kunnen oorspronkelijk begonnen zijn onder de ICNafp: zo is Rhododendron boothii Mishmiense Groep begonnen als Rhododendron mishmiense (tegenwoordig wordt het niet meer als goede soort gezien).
Voor de volledigheid: de ICNCP kent ook nog zogenaamde “ent-chimaera’s” (vroeger ook wel “ent-hybriden” of “ent-bastaarden”), die bestaan uit mengsels van cellen. In de rang van geslacht kunnen die een aparte naam krijgen, met als bekende voorbeeld +Crataegomespilus (er zijn niet veel andere), maar deze kunnen ook worden aangeduid met een formule: Crataegus + Mespilus (niet te verwarren met de kruising ×Crataemespilus met de formule Crataegus × Mespilus, waarvan de hele plant dezelfde cellen heeft, met hetzelfde genoom). Ent-chimaera’s van meerdere soorten binnen een en hetzelfde geslacht kunnen een cultivar-naam krijgen, of aangeduid worden met een formule.
Systeem 3
3) Volgens kwekersrecht. Een kweker kan zijn kweekproduct beschermen door het wettelijk te registreren als plantenras. Dit kan onder een cultivarnaam of onder een nieuwe naam (of nummer). Dit geeft een wettelijke bescherming: niemand mag zonder toestemming deze plant kweken.
Systeem 4
4) Onder handelsmerk. Wat er onder een handelsmerk valt wordt in principe bepaald door de verkoopafdeling van een bedrijf, en kan dus van alles zijn. Ook dit geeft een wettelijke bescherming: niemand mag zonder toestemming iets anders onder deze naam verkopen. Bijvoorbeeld Eucalyptus Red Grandis™ (voor een bepaalde hybride, met een bepaalde herkomst).
Afkortingen (e.d.):
aff. = affinis = in de buurt van: Swartzia aff. panacoco (is niet Swartzia panacoco, maar lijkt er wel wat op).
cf. = confer = vergelijk: Swartzia cf. panacoco (is mogelijk Swartzia panacoco)
covar. = vroeger gebruikt in de ICNCP, maar niet meer toegestaan
cultigen = van gekweekte oorsprong
cultivar = een rang in de ICNCP (kan uit het wild komen of van gekweekte oorsprong zijn).
cultivar-groep = vroeger gebruikt in de ICNCP, maar niet meer toegestaan
cv. = vroeger gebruikt in een cultivarnaam, maar niet meer toegestaan
Groep (met hoofdletter) = deel van een naam in de rang van Groep
sp. = species (enkelvoud) = soort, niet verder op naam gebracht dan op geslacht: Swartzia sp.
spec. = species (enkelvoud) = soort, niet verder op naam gebracht dan op geslacht
spec. div. = species (meervoud) diversae = meerdere soorten van dit geslacht (maar niet alle)
spp. = species (meervoud) = soorten: Swartzia spp. (meerdere soorten samen)
ssp. (liever subsp.) = ondersoort
subsp. = ondersoort
syn. = synoniem = een naam die door andere wetenschappers ook wel gebruikt is voor deze groep planten, of voor een deel van deze groep planten
var. = varieteit
0 reacties